Juist de 16de eeuw markeert in Amsterdam de overgang van het portret in religieuze context naar het zelfstandige wereldlijke portret. De stormachtige economische ontwikkelingen hebben daar zeker toe bijgedragen. Steeds meer toonaangevende kooplieden streefden naar politieke invloed. Een portret aan de wand kon de gewenste status kracht bijzetten.

Cornelis Hendricksz Loen (1481-1547) was getrouwd met de burgemeestersdochter Lijsbeth Boelen (?-1551). Loen was exijnsmeester tussen 1514 en 1528 en schepen in 1517, '21, '25 en '27. Hij werd Raad in de Vroedschap in 1521 en was burgemeester in 1529, '31 en '33. Vanaf 1530 was hij vele malen Weesmeester. Het paar woonde in 1534 in de Warmoesstraat (nr. 50), toentertijd de belangrijkste straat van de stad.

Het schilderij wordt momenteel gerestaureerd, waarna het op termijn in het museum zal worden gepresenteerd.